Toegangscodes
Met de beveiligingscode wordt de telefoon beveiligd tegen ongeoorloofd gebruik. U
kunt de code maken en wijzigen, en de telefoon zo instellen dat de code wordt
opgevraagd. Houd de code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij de
telefoon). Als u de code bent vergeten en de telefoon is vergrendeld, is extra service
Basistoepassing
11
nodig. Mogelijk worden daarvoor extra kosten in rekening gebracht en worden alle
persoonlijke gegevens van uw telefoon verwijderd. Neem voor meer informatie
contact op met een Nokia Care-centrum of de leverancier van de telefoon.
De PIN-code die bij de SIM-kaart wordt geleverd, beschermt de kaart tegen
ongeautoriseerd gebruik. De PIN2-code die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd,
is vereist om toegang tot bepaalde diensten te krijgen. Als u de PIN- of PIN2-code
drie maal achter elkaar verkeerd invoert, wordt u om de PUK- of PUK2-code gevraagd.
Als u niet over deze codes beschikt, kunt u contact opnemen met uw serviceprovider.
De module-PIN is vereist voor toegang tot de gegevens in de beveiligingsmodule van
uw SIM-kaart. De ondertekenings-PIN kan nodig zijn voor de digitale handtekening.
Het blokkeerwachtwoord is vereist voor het blokkeren van oproepen.
Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Beveiliging
om in te stellen hoe de telefoon de
toegangscodes en beveiligingsinstellingen gebruikt.